|
SPH 1 Speurhond
Reglement
Om tot dit examen te worden
toegelaten moet de hond in het bezit zijn van VZH/BH
Circa 1200 passen, 7 spoorgedeelten, 6 hoeken, 4 voorwerpen. Circa 180
min oud vreemd spoor.
Verleidingsspoor uitwerkingstijd 30 min. na uitleggen.
Uitwerkingstijd: 30 min.
Uitwerking van het Spoor: 80 = 80 Punten
Voorwerpen: (4 x 5) 20 = 20 Punten
Totaal 100 Punten.
Algemeen.
De AK of de EL bepalen aan de hand van het ter beschikking zijnde
terrein het verloop van de sporen.
De SL verblijft korte tijd op de aanzet van het spoor en gaat
vervolgens, in normale pas, in de aangewezen richting. Het begin van het
spoor moet duidelijk worden aangegeven doormiddel van een speurpaaltje.
Deze speurpaal dient steeds links bij de aanzet van het spoor in de
grond te worden gestoken.
De spoorgedeelten van het spoor zullen aan het terrein aangepast zijn.
De 6 hoeken zullen in normale pas uitgelegd en aan het terrein aangepast
worden. De VW moeten van verschillende materialen zijn (b.v. Leder,
hout, textiel) Zij kunnen onregelmatig op alle spoorgedeelten gelegd
worden. Het laatste VW ligt aan het einde van het spoor. De VW moeten in
de beweging op het spoor worden neergelegd. Na het leggen van het
laatste VW moet de SL nog enkele passen recht doorlopen. (Afm. VW, L 10
cm., B 2-3 cm., D 0.5-1 cm.) Zij mogen van kleur niet wezenlijk te
onderscheiden zijn van het terrein.
Tijdens het leggen van het spoor moet de HG en de hond uit zicht zijn.
Een ½ uur na het uitleggen van het spoor moet een tweede SL een
verleidingsspoor leggen. Nooit onder een hoek kleiner dan 60°. Dit spoor
dient 2 spoorgedeelten te doorkruisen. Het verleidingsspoor mag het
eerste en/of het laatste spoorgedeelte niet doorkruisen. Het mag niet 2
x hetzelfde spoorgedeelte doorkruisen.
Er wordt met nadruk op gewezen dat het spoor over wisselend terrein moet
worden gelegd.
De AK, EL en eventueel begeleidende personen zullen tijdens het werken
van de hond niet verblijven op die plaatsen waar de hond, volgens het
reglement het recht heeft om te zoeken.
a) Commando: “Zoek”.
Het commando, “Zoek”, is bij het begin van het spoor en na ieder
voorwerp toegestaan. Ook af en toe tijdens het speuren is het toegestaan
de hond te prijzen.
b) Uitvoering.
De HG bereidt zijn hond voor op het speuren. De hond kan vrij zoeken of
aan de lijn van 10 m. De 10 m lange lijn kan over de rug, zijdelings,
tussen de voorpoten en/of tussen de achterpoten gedragen worden. De lijn
kan ook aan de, niet op strop ingestelde, halsketting bevestigd worden.
Bovendien is het toegestaan de volgende speurtuigen te dragen: Borsttuig
of Böttcher (zonder bijkomende riemen).
Na te zijn opgeroepen meldt de HG zich met zijn hond in basispositie bij
de AK en geeft aan of zijn hond apporteert, opneemt of verwijst. Voor de
aanzet en tijdens het speuren is elke vorm van dwang verboden. Op teken
van de AK dient de HG zijn hond langzaam en rustig naar de aanzet te
brengen en aan te zetten. De hond moet vanaf de aanzet met diepe neus en
intensief in een gelijkmatig tempo het spoor volgen. De HG volgt zijn
hond op 10 m. afstand. Bij vrij zoeken is de afstand van 10 m. eveneens
aan te houden. De speurlijn mag licht doorhangen. De hond moet de hoeken
zeker uitwerken. Na de hoeken moet de hond in gelijkmatig tempo verder
werken. Zodra de hond een voorwerp gevonden heeft moet hij zonder
inwerken van de HG onmiddellijk
apporteren, opnemen of overtuigend verwijzen. Hij kan bij het opnemen
blijven staan of zitten. Bij het apporteren dient de hond het VW naar de
geleider te brengen. Verder gaan met het voorwerp of liggend opnemen is
foutief. Het verwijzen kan liggend, staand of zittend gebeuren, (mag ook
wisselend) Heeft de hond het voorwerp gevonden dan laat de HG de lijn
vallen. Door het omhoog steken van het voorwerp geeft de HG aan dat het
voorwerp gevonden is. De hond wordt opnieuw aangezet op de plaats waar
het VW is gevonden en vervolgt het speuren. Na beëindigen van het spoor
toont de HG aan de AK de gevonden voorwerpen. Het toedienen van voedsel,
aan de hond, is tijdens het speuren verboden.
Het is de HG toegestaan na ruggespraak met de AK de arbeid kort te
onderbreken indien hij van oordeel is dat de toestand van hemzelf of van
zijn hond enige verzorging vereist (bijv., bij grote hitte). De aldus
genomen pauze maakt onverminderd deel uit van de toegestane
uitwerkingstijd. (30min) Het is de HG toegestaan om in deze pauze of bij
de voorwerpen, ogen, neus en mond van de hond te verzorgen. Een natte
doek kan voor dit doel worden meegenomen. De hulpmiddelen dienen vooraf
aan de AK te worden voorgelegd. Andere hulpmiddelen zijn niet
toegelaten.
c) Beoordeling.
Het uit te werken spoor dient met minimaal 70 punten te worden
gewaardeerd om geslaagd te zijn. De beoordeling begint bij aanvang van
het spoor. Het zoektempo is geen criterium in de beoordeling indien het
spoor intensief, gelijkmatig en overtuigend uitgewerkt wordt. Overtuigen
zonder het spoor te verlaten is niet foutief. Opnieuw aanzetten,
treuzelen, behoefte doen, hoge neus, omkeren, draaien en/of cirkelen op
de hoeken, aanhoudend belonen door de HG, foutief apporteren, opnemen of
verwijzen van de VW, vals verwijzen, leiden tot puntenaftrek. Indien de
hond met meer dan één speurlijn lengte het spoor verlaat wordt het
speuren afgebroken. Indien de hond het spoor verlaat en daarbij door de
HG wordt tegengehouden, volgt een aanwijzing van de AK de hond te volgen
of de lijn te laten vallen.
Wanneer deze aanwijzing niet wordt opgevolgd wordt het speuren
afgebroken. Is binnen de tijd van 30 min het einde van het spoor nog
niet bereikt dan wordt het speuren afgebroken. Uitzondering hierop wordt
gemaakt wanneer de hond aan het laatste spoorgedeelte begonnen is. De
tot op het ogenblik van afbreken getoonde arbeid wordt beoordeeld.
De opdeling van de punten voor het uitwerken van het spoor op de
verschillende spoorgedeelten moet naar lengte en moeilijkheidsgraad
gebeuren. Het beoordelen van de verschillende spoorgedeelten gebeurt
door kwalificaties en punten. Zoekt de hond niet, blijft hij lang
treuzelen op dezelfde plek zonder te zoeken, dan kan ook hier het
speuren worden afgebroken, zelfs indien de hond zich nog op het spoor
bevindt. Overlopen VW hoeven de HG niet te worden getoond.

Deze website is voor het laats bijgewerkt op:
woensdag 04 mei 2011
|